Een frees is een werktuig dat bestaat uit een draaiende cilinder of schijf met scherpe tanden, vergelijkbaar met een beitel. Deze wordt gebruikt door middel van een freesmachine. In diverse materialen, zoals hout of metaal, kunnen hiermee spanen worden gesneden en kunnen velerlei vormen, randen en groeven worden gemaakt.

 

Er bestaan veel verschillende soorten frezen. Zo heb je de ‘holprofielfrees’ en de ‘schrobfrees’ (ook wel: ‘ruwfrees’). Deze wordt meestal gebruikt in de verwerking van kunststof, metaal en hout.

 

De schrobfrees kent eveneens een aantal verschillende soorten. Over het algemeen lenen deze zich goed voor het bewerken (verspanen) van een grote hoeveelheid materiaal, waarbij de gladheid en precieze vorm van een oppervlak van minder groot belang is of later nog kan worden aangepast. Dit wordt ‘voorfrezen’ of ‘ruwfrezen’ genoemd.

 

De kwaliteit van de schrobfrees hangt af van het type en de beoogde werking.

 

Een voorbeeld daarvan is de specifieke tandvorm. Schrobfrezen met een grovere tandvorm hebben doorgaans een hoger verspanend vermogen. De gebruiksduur is hierbij korter en het gefreesde materiaaloppervlak is ruw. Fijnere schrobfrezen hebben daarentegen veelal een langere gebruiksduur en creëren een gladder oppervlak.

 

Een ander verschil in uitvoering heeft betrekking op de spiraal van de frees en het te bewerken materiaal. Schrobfrezen met een negatieve en positieve spiraal zijn met name geschikt voor het voorfrezen van massief hout, multiplex en onbekleed plaatmateriaal op houtbasis. De negatieve spiraal zorgt voor een snijdruk naar beneden, waar de positieve spiraal opwaarts werkt. Een schrobfrees met beide soorten spiralen komt juist weer goed van pas bij bekleed plaatmateriaal op houtbasis. Bovendien bestaan er schrobfrezen die speciaal gemaakt zijn voor de bewerking van aluminium, lood en koper.